woensdag, augustus 02, 2006

Competitiesport te zwaar?

IOC-voorzitter Jacques Rogge wil sportcompetities minder zwaar maken.Hij is van mening dat competitiesport veel te zwaar is geworden. Als voorbeelden noemt hij de wielerrondes van Frankrijk en Italië. Hij wil dat specialisten samen met wielrenners onderzoeken wat de ideale belasting is in grote rondes. Een en ander kennelijk om het gebruik van doping te bestrijden.

Volgens mij zit hij hiermee op een verkeerd spoor. De ronde van Frankrijk telde in de beginjaren tal van etappes van zelfs ruim boven de 400 kilometer, in mijn jeugd waren er nog veel etappes van meer dan 300 kilometer en maar één rustdag. Steeds is de zwaarte aangepast: nu zijn de etappes maximaal ca. 250 kilometer (dit jaar was de langste etappe 231 kilometer) en er is een tweede rustdag ingevoerd. Toch heeft dit geen enkel effect op het dopinggebruik. Naarmate de etappes korter worden wordt de energie die dat bespaart gebruikt om de gemiddelde snelheid te verhogen, het effect op de zwaarte van de koers is uiteindelijk dus vrijwel nihil.

Er zal hoe licht de wedstrijden ook gemaakt worden altijd geprobeert worden te winnen, onder drang van het persoonlijk eergevoel, maar vooral onder dwang van de commercialiteit: de sponsor steekt zijn geld in de sport om promotie voor zijn bedrijf of produkt te krijgen en zal dus eisen dat er vooraan gereden wordt en liefst ook gewonnen. Bovendien zijn veel renners (en andere sporters) voor een belangrijk deel van hun inkomen afhankelijk van hun resultaten bij de grote evenementen (om bij de wielrenners te blijven: hun honorarium bij de criteria na de tour wordt heel sterk beïnvloed door hun prestaties in de tour).

Al maak je de etappes 50 kilometer, met na iedere etappe een rustdag: de renners zullen proberen zo ver mogelijk naar voren te eindigen en alles doen om dit te verwezenlijken. Kijk naar atletiek, waar zelfs sprinters die maar 100 of 200 meter lopen betrapt zijn op doping.

De enige manier om doping definitief uit te bannen is het belang van winst of verlies nihil te maken. Geen financieel belang zou misschien nog te realiseren zijn, hoewel ik dat ernstig betwijfel: profsport is niet meer uit de sportwereld weg te denken.
Maar dat is niet afdoende: ook de beloning in de vorm van persoonlijke eer, het eergevoel van de sporter, de wil om te winnen zouden uitgeschakeld moeten worden. Sommige sporters vinden inderdaad hun eer in het clean deelnemen aan hun sport, maar voor de meesten zit de eer toch echt in het winnen.

Er zal dus altijd getracht worden de maximaal mogelijk prestatie te leveren, tot de grens te gaan van wat menselijk mogelijk is, hoe licht je een sport ook maakt. En er zullen altijd mensen blijven die naar middelen grijpen om die grens nog verder te verleggen.

En daar veranderd korter maken van de wedstrijden, meer rustdagen inlassen en wat er verder ook verzonnen kan worden om het lichter te maken niets aan. Niet de lengte van de wedstrijden, het aantal wedstrijden of wat dan ook maakt sportcompetities namelijk zwaar: dat is enkel en alleen het gevolg van het feit dát het een competitie is.

Geen opmerkingen: