maandag, september 12, 2005

De handschoen.

In zijn lange jas stond hij midden op de kruising. Met autoritaire gebaren regelde hij het verkeer met zijn gehandschoende handen. Af en toe werden de gebaren driftiger en klonk er een schreeuw. Bijvoorbeeld als een fietser hem negeerde en stug doortrapte.

Hij was de baas op de kruising, voor dit moment was dit zíjn kruising. Niet dat er veel te regelen viel. Op dit vroege uur was er nog niet veel verkeer. Die paar auto’s en fietsers hadden hun weg zelf ook wel gevonden. Kennelijk zag hij dit zelf ook wel in want na een tijdje liep hij naar de kant van de weg. Hij hing zijn lange jas op de hoek van een bankje en ging zitten.

Uit een zak toverde hij een thermoskan tevoorschijn en schonk een bekertje in. “kouwe thee” mompelde hij tegen een vroege wandelaar die zijn hond uit liet en hem wat meewarig aankeek.

Na enige tijd kwam een politiewagen rustig aanrijden. Een agent stapte uit en liep naar hem toe. “Zullen we maar weer eens naar het bureau toe Jan?” Hij knikte, draaide het bekertje weer op de thermoskan, borg die op en liep langzaam naar de auto. Hij gooide zijn jas op de achterbank en wierp nog een laatste blik op zíjn kruising. Toen stapte hij in.

Toen de auto wegreed bleef alleen een oude, morsige, versleten handschoen als stille getuige midden op de kruising achter. De dranklucht rond het bankje was al verwaaid.
Image Hosted by ImageShack.us

Geen opmerkingen: