vrijdag, oktober 05, 2007

Kees.

Elke werkdag zag ik hem daar zitten. Achter het raam, in het ochtendzonnetje. Of kijkend naar de druppels op het raam. Als hij me aan zag komen kwam hij wat extra overeind, trok een frons boven zijn ogen en volgde mij met zijn blik. De houding deed me denken aan een trotse militair of ex-militair. Ik noemde hem daarom in mijn gedachten Kees. Naar Majoor Kees van Paul van Vliet.

Als ik voorbij was en even omkeek kon ik soms zien hoe hij zich weer ontspande, zijn blik weer op het oneindige richtte en onderuit zakte. Hoewel ik hem verder niet kende mocht ik hem om de een of andere reden wel. Maar verder dan een korte handbeweging in het voorbijgaan kwam het nooit.

Als ik ’s middags thuiskwam zat hij er niet. Soms ving ik dan een glimp van hem op in de achterkamer waar dan de zon stond. Maar nu had ik hem al een week niet gezien. Dat was ongebruikelijk. In de ruim twintig jaar dat ik hier nu woon had hij maar heel af en toe een dag niet op zijn plekje gezeten. Ik begon me wat ongerust te maken.

Op een middag heb ik de stoute schoenen aangetrokken en aangebeld. Een oudere vrouw deed open. Op mijn vraag of er iets met Kees was keek ze me verbaasd aan. “Ik denk dat U verkeerd bent” zei ze. Nadat ik uitgelegd had wie Kees was en hoe ik aan die naam kwam keek ze me aan met een droevige glimlach. “Hij was inderdaad wel de baas in huis. Hij had zo zijn maniertjes om zijn zin te krijgen”. De verleden tijd leek te bevestigen wat ik al vreesde. Toen ik mijn vermoeden uitte schudde ze het hoofd. “Hij is er nog wel, maar de fut is er helemaal uit. Hij is ook al zo oud hè. Het zal wel niet zo lang meer duren”.

We praatten nog even door over Kees. Over hoe oud hij wel was. Dat de ouderdom toch met gebreken komt. Bij het afscheid wenste ik haar sterkte. De weken daarna zag ik Kees nog twee of drie keer achter het raam. Maar zijn trotse houding was weg. Hij trok geen frons meer boven zijn ogen als hij me aan zag komen. Kwam ook niet meer wat extra overeind. Hij keek, nee eigenlijk staarde, maar wat voor zich uit.

Vanmorgen was er iets veranderd. In de vensterbank lag een jong rood katertje zijn pootje te likken. Toen ik even bleef staan keek hij nauwelijks op en ging door met het maken van zijn toilet.

Hij moet nog heel wat leren voor hij een waardig opvolger van Kees is.



(Aangezien ook dit verhaal geheel aan mijn fantasie is ontsproten is iedere overeenkomst met bestaande personen of situaties geheel te wijten aan de Uwe. © Frans54)

Geen opmerkingen: