vrijdag, augustus 19, 2011

Nachtwacht.

Hij begon stijf te worden, voelde zich koud en klam. Voorzichtig ging hij een beetje verzitten, ze moesten hem absoluut niet horen. Hoelang zat hij hier nu al? Hij trok zijn jas over zijn hoofd en drukte op een knopje van zijn mobiel om het beeldscherm op te laten lichten. Half vier bijna, dan zat hij dus nog maar net iets meer dan een uur hier. Het kon nog wel even duren. Wat verlangde hij naar zijn bed. Dat was behaaglijk warm geweest maar hij had het verlaten om hier in alle vroegte op wacht te gaan zitten.

Misschien dat hij weer een beetje warm zou worden van een kop koffie. Op de tast pakte hij de thermosfles en draaide de beker er af. Klemde die tussen zijn voeten zodat hij wist waar die stond en draaide heel voorzichtig de dop los. Hij schrok van het gesis toen de dop los kwam en bleef wel een minuut roerloos zitten met zijn hand op de dop. Er was niets te horen. Hij pakte de beker en schonk voorzichtig wat koffie in. Niet te veel, hij kon niet zien hoe vol de beker was, beter te weinig dan teveel.

Na een voorzichtige nip van de gloeiend hete koffie zette hij de beker weer tussen zijn voeten en tuurde even de nacht in. En ontdekte dat de damp van de koffie de lenzen van de verrekijker had doen beslaan. Hij zocht in het foedraal naar het poetslapje en maakte ze voorzichtig weer droog. Wilde toen het doekje weer opbergen maar bedacht zich. De camera had natuurlijk ook die damp meegekregen. Hij maakte ook die droog en keek even door de zoeker. Hij kon net onderscheiden dat het boven de bomen iets lichter begon te worden.

Weinig licht om bij te fotograferen. En de flitser kon hij uiteraard niet gebruiken, dan was hij gelijk verraden en kon hij het verder wel vergeten. Hopelijk duurde het nog even zodat er wat meer licht zou zijn. Op de computer kon hij wel veel corrigeren, maar onbewerkte foto’s waren natuurlijk veel overtuigender. Hij kon er niets aan veranderen, ze kwamen wanneer ze kwamen en dan moest hij klaar zijn om alles vast te leggen. Hij pakte het doekje weer en poetste alles nog een keer schoon en droog.

Precies op dat moment klonk er geluid vanuit de bosrand. Hij liet het doekje vallen en keek door de kijker. Gelukkig, het licht werd al wat beter en met enige moeite onderscheidde hij wat beweging in de bosrand. Hopelijk kwamen ze wat verder het bos uit. Hij pakte de camera en stelde die in. Het mooie van zo’n digitale camera was dat je in de zoeker kon zien wat je deed. Even later klonk een luid gekraak en een beestachtig gebrul. Hij drukte steeds weer af. Geruime tijd later bekeek hij onder zijn jas de foto’s van het burlende edelhert.

Geschreven in het kader van VvV (Vijf van Vrijdag) een schrijfopdracht van Aline. Bij haar vind je de opdracht en linkjes naar de verhalen van andere deelnemers.

Geen opmerkingen: