vrijdag, augustus 05, 2011

Zwerfkei.


Er ligt een kei in mijn tuin. Wat zeg ik: er liggen een heleboel keien in mijn tuin. Sommige zijn glad en kaal. Andere zijn ruw en met mos begroeid. Enkele zijn nauwelijks te zien omdat allerlei planten zich niets van zo’n sta (of lig) in de weg aantrekken en er gewoon overheen groeien.

Soms denk ik ineens: “als die keien konden praten, wat zouden ze dan allemaal te vertellen hebben?”. Sommige misschien niet zoveel: hun herinnering reikt wellicht niet veel verder dan een paar jaar. Vanaf het moment dat ze met bruut geweld uit hun eeuwige slaap werden gewekt in een of andere steengroeve.

Andere hebben echter al een lang leven achter zich. En een lange reis, gedragen door sneeuw en ijs. Tienduizenden jaren geleden waren ze al onderweg. Voortgestuwd door krachten die eeuwig leken maar uiteindelijk toch tot bedaren kwamen om ze een nieuwe rustplaats te geven in een land ver van hun oorsprong.

En nu hebben ze een volgende rustplaats gevonden in mijn achtertuin. Ze vormen een zonnebank voor vlinders die zich er op zetten om zich op te warmen in de zon. Een uitvalsbasis voor libellen die, er op gezeten, hun kopjes ronddraaiend, kijkend naar de lucht, op zoek zijn naar dat vliegje dat hun volgende maaltijd zal worden. Of ze worden gebruikt als smidse door een merel die er de slakkenhuizen kraakt.

Ook de rustplaats in mijn tuin is geen blijvende. Als ze weer eens totaal overgroeid dreigen te raken worden ze opgetild en naar een meer open plekje gebracht. Mijn tuin is evenmin eeuwig: ooit zullen ze weer aan het zwerven slaan en een nieuw hoofdstuk aan hun verhaal toevoegen.

Het zijn echte zwerfkeien.


Geschreven naar aanleiding van Assyke's schrijfopdracht voor de periode 1 tot 15 augustus.

Geen opmerkingen: