zondag, april 24, 2005

Nee, hier word je beter van -13-

(Over ziek zijn en al wat daar, eventueel vaag, mee samenhangt)

Opbouwwerk

Op het moment dat ik op de wachtlijst kwam kreeg ik te maken met de afdeling fysiotherapie van het AZG. Ik kreeg een hometrainer in bruikleen. Op dat moment was dat bedoeld om mijn conditie zo goed mogelijk te houden tot de transplantatie.

Desondanks was door de jarenlange ziekte, zuurstoftekort, en daardoor gebrek aan beweging, mijn conditie een niet bestaand iets na de transplantatie.

Al vrij snel na de transplantatie komt daarom de fysio om te helpen je weer in conditie te krijgen. Deze wilde de eerste keer beginnen met rustig op de rand van het bed zitten en met de benen schommelen. Toen ik beweerde dat ik al uit bed kon en kon staan is deze dat eerst maar eens bij de verpleging na gaan vragen: dat had hij nog nooit meegemaakt.

Vervolg:


Vanaf die dag kreeg ik een steeds uitbreidend aantal rek en strek oefeningen, en na enige tijd ook een hometrainer op de kamer. Ook kreeg ik een apparaatje dat moest helpen om de longen goed te laten ontplooien. Je moet hierdoor langzaam en gelijkmatig inademen, waarbij een kogeltje op een stabiel niveau gehouden moet worden en een soort vlotter het volume aangeeft. Het ding ging tot 4 liter dus vroeg ik wat er gebeurde als ik verder dan die 4 liter kwam. Volgens de fysio kwam dat niet voor. Met tot gevolg dat ik heel enthousiast ging proberen te bewijzen dat het wel kon. Tot zijn stomme verbazing lukte mij dit ook binnen twee en een halve week.

Maar daarmee heb je je spieren nog niet terug: door zo’n lange stilstand ben je namelijk niet alleen spierkracht kwijt, ook een deel van de spiercellen is gewoon weg. Spierkracht is redelijk goed weer op te bouwen, maar het spiervolume weer herstellen kost veel meer tijd en inspanning. Toch gaf de transplantatie een verbazende verbetering. De eerste keer dat ik op de gang mocht lopen liep men met me mee. Ik zag er erg tegen op: de gang was in mijn herinnering een wandeling in etappes van wel 20 minuten.

Dat ik met meer lucht al zoveel won zonder dat de spieren verbeterd waren verbijsterde me wel wat: ik liep in een keer de gang af en wilde toen nog verder omdat ik nog helemaal niet moe of kortademig was.

In de dagen daarna werden de wandelingen steeds langer, de oefeningen zwaarder, en kon ik steeds zwaarder en langer werk op de hometrainer aan. Op een bepaald moment stokte de vooruitgang echter. Dat schijnt vaker voor te komen en bij sommigen is dat een blijvende grens waar men tegen aanloopt. Bij mij bleek het gelukkig na verloop van tijd een grens waar ik doorheen kon komen. Na thuiskomst ben ik nog enkele maanden bij een fysiotherapeut in mijn woonplaats geweest, daarna moest ik het zelf doen.

Door de medicatie is het echter erg moeilijk om je conditie verder te verbeteren. Tot op de dag van vandaag heb ik dan ook een straf trainingsschema met gemiddeld 20 minuten gewichten, 20 minuten lopen en 20 minuten hometrainer/fietsen per dag. Dit is genoeg om mijn conditie op hetzelfde niveau te houden.

Maar om nog verder te komen zou het trainingsprogramma nog rigoureuzer moeten zijn en dat zou zo belastend worden dat ik verder nergens meer aan toekom.

Toch hoor je mij niet klagen: voor de transplantatie kon ik maximaal 10 meter aaneen lopen, nu loop is in vakanties soms meer den 15 kilometer op een dag. Dat ik daarna minstens twee dagen uitgeteld ben vind ik dan helemaal niet erg gezien waar ik weggekomen ben.

Sommige longtransplantatie patiënten komen conditioneel verder dan ik. Anderen halen mijn niveau nooit. Maar altijd is er sprake van een enorme verbetering t.o.v. de situatie voor de transplantatie.

Naar aflevering -14-

Geen opmerkingen: