maandag, mei 23, 2005

Verhalen van een motortoerist -16-

Een rondje Engeland, Ierland en Wales --- Part 7.

Inhaalactie.

De volgende ochtend leidde de aanhanger alweer tot een komisch incident. Toen ik om een kaartje vroeg voor mij+motor+aanhanger had dit de volgende discussie tot gevolg: “A trailer, you mean a sidecar!” ”No, a trailer” “It’s alongside the bike?” “No, that’s a sidecar, I’ve got a trailer!” Ongelovige blikken, man uit zijn hokje, man terug om collega te halen “See that? That’s a trailer!!!” Helaas wist de beste man daarna wel vlot te vinden wat dat dan wel moest kosten.

Image Hosted by ImageShack.us

Een laatste terugblik op Ierland vanaf de ferry.


Vervolg:

Eenmaal in Wales aangekomen, deze keer na een aanmerkelijk rustiger overtocht, moesten we in Preston zien te komen. Daarvoor moesten we door Wales richting Liverpool volgen, tot we af moesten buigen naar het oosten om deze metropool te omzeilen. Alles verliep volgens plan tot we dit punt bereikten. We passeeerden net een vrachtwagen die het zicht op het bewuste richtingbord deels blokkeerde. M., die voorop reed, had wel gezien dat we rechts aan moesten houden terwijl ik alleen nog net zag dat Liverpool linksaf was.

Aangekomen bij de splitsing van de snelweg verdween M. dus met zo’n 100 kilometer per uur naar rechts en ik met dezelfde snelheid naar links. Beiden meenden we op de goede weg te zitten, zodat we allebei op de eerste parkeerplaats op de ander gingen staan wachten. Na een kwartiertje moeten we allebei gedacht hebben “Laat ik eens gaan kijken waar de andere helft van het gezelschap gebleven is”. Dit had tot gevolg dat we elkaar finaal misreden. Nadat ik ontdekt had dat M. op de goede weg zat ging ik er van uit dat hij ergens voor mij reed of wachtte. Om hem in te halen ben ik dus maar even goed aan het gas gaan hangen.

Image Hosted by ImageShack.us

Beeld van het landschap in Noord-Wales waar we op weg naar Preston doorheen kwamen

In Preston bleek de Dog&Partridge (de pub die ons ontmoetingspunt was) een zeer goede bekende van de politie-agent die ik de weg vroeg. Niet omdat de brave man alcoholist was, maar omdat het politiebureau toevallig vlak om de hoek van de pub was. Hierdoor was ik al snel bij de pub waar ik mij een ongeluk schrok van een oorverdovende schreeuw, die bij nader inzien afkomstig bleek te zijn van Sheila, een kennis van ons, die toevallig net uit de bus stapte.

M. bleek nergens te bekennen (nogal logisch, die was, in de veronderstelling dat ik wel een keer tot de ontdekking zou komen dat ik verkeerd reed en hem dan achterna zou komen, juist rustiger gaan rijden). Na een tijdlang gewacht te hebben werd besloten mij alvast naar het treffenterrein te brengen waar de Red Roserally zou plaatsvinden. Dit leidde na een paar honderd meter tot een herhaling van de, mij inmiddels bekende, oorverdovende kreet: Sheila had op de andere weghelft een Daytona Orange BMW90S in het vizier gekregen die verdacht veel leek op die van M.

Hij bleek het inderdaad te zijn: hij reed al een tijdje rond in Preston maar had de Dog&Partridge nog niet kunnen vinden. Hij had de weg namelijk niet aan een politie-agent gevraagd maar aan diverse hulpvaardige Engelsen. Die bleken het geen van allen te weten, maar in hun, typisch Britse, enthousiasme om te helpen hadden ze toch maar uitgelegd hoe je er moest komen.

Vreselijk aardig natuurlijk, je schiet er alleen niet echt veel mee op.

Geen opmerkingen: