Amsterdam herdenkt het feit dat in de hoofdstad zes jaar geleden het eerste homostel van Nederland in het huwelijk trad. Burgemeester Cohen heeft daartoe een plaquette over het homohuwelijk onthuld.
In hetzelfde teletekst bericht wordt gemeld dat het aantal huwelijken van stellen van hetzelfde geslacht wel sterk is gedaald: in 2001 waren het er 2414 in 2005 nog maar 1150. Misschien zou het slim zijn om alvorens van een daling te spreken even te bedenken dat in het cijfer van 2001 een heleboel stellen zitten die als dat mogelijk was geweest al veel eerder in het huwelijk zouden zijn getreden en dat in dat getal dus een flinke inhaalslag is begrepen?
Ondertussen dient de Amsterdamse VVD-fraktie vandaag een motie in die lijnrecht ingaat tegen wat hierover in het regeerakkoord staat: ze willen vastleggen dat ambtenaren van de burgelijke stand niet mogen weigeren een homohuwelijk te sluiten terwijl het regeerakkoord juist aangeeft dat zo'n weigering wel mogelijk moet zijn.
In principe ben ik het op dit punt met het regeerakkoord eens: als iemand daar principiële, godsdienstige of morele problemen mee heeft vind ik dat die vrijheid er best mag zijn. Maar dan zal, om te voorkomen dat, bijvoorbeeld in sterk christelijk georiënteerde gemeentes, het homohuwelijk onmogelijk wordt, toch wel vastgelegd moeten worden dat iedere gemeente dient te beschikken over tenminste één trouwambtenaar die wél bereid is die huwelijken te sluiten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten