maandag, oktober 15, 2007

Kronkelig -3-

Inmiddels is bekend wie de Kronkelwedstrijd van het Schrijverscollectief heeft gewonnen. De uitslag vind je hier. Een mooi moment om mijn bijdrages ook hier neer te gooien. Onderstaand de eerste, ten opzichte van de oorspronkelijke inzending overigens op sommige punten licht bijgeschaafd,de tweede volgt later.

Kareltje

Het was er stil toen ik binnenstapte. Joop stond de glazen te poleren en uit de luidsprekers aan het plafond verkondigde André “het was er warm en druk, ik zat naast een lege kruk”. Ik heb dat altijd een merkwaardige tekst gevonden, ik kan in een drukke discotheek nooit een lege kruk vinden. Gelukkig was het nu rustig. Ik trok een kruk achteruit en vroeg Joop om een pilsje terwijl ik ging zitten.

Op het moment dat ik mijn benen over elkaar sloeg vloog een vuilwit haarballetje er schel blaffend op af. Toen ik mijn voet optrok klonk een stem uit het donkere hoekje aan het uiteinde van de bar. “Niks van aantrekken, het is Kareltje maar. Hij kan niet tegen bewegende benen onder tafels en dergelijke, maar hij is te bang om echt te bijten”. Over dat laatste had ik zo mijn twijfels, maar voorlopig volstond Kareltje inderdaad met keffen van een afstandje.

Ik keek naar de man. Een wat sjofele verschijning achter een krantje en een kop koffie. Hij vervolgde: “misschien vaak geschopt terwijl hij onder tafel lag. Ik heb hem ook maar gevonden. In de steek gelaten”. Het hondje zag er nog steeds in de steek gelaten uit, de man trouwens ook. De haren te lang en te warrig. De pootjes zwart van het straatvuil. De man had geen vuile zwarte pootjes maar vuile zwarte schoenen. Ook voor de rest oogden beiden nogal smoezelig. Van het hondje zei ik dat ook.

“Ach, wat wil je” zei de man “ik ben ook in de steek gelaten. Maar kennelijk kan ik hem meer bieden dan waar hij ook vandaan mag zijn gekomen, hij blijft me overal volgen. Dus ik geef hem af en toe wat van mijn broodje van de voedselbank. En net heeft hij het koekje van me gehad. Hij is er tevreden mee. Net als ik trouwens”. Hij klopte op de krant “dit vind ik veel erger”. Ik zag de kop en zei “Ja het is toch wat met die opwarming, de berichten worden steeds erger”.

Hij schudde zijn hoofd. “Dat bedoel ik niet. Ik kan me er ook niet zo druk om maken, een beetje extra warmte zou me juist wel goed uitkomen. En dat we allemaal met de poten in het water komen te staan zal best meevallen, als het warmer wordt krijgen we allemaal ook meer dorst. Als we met zes miljard allemaal een paar pilsjes per dag extra gaan drinken daalt dat water ook wel weer”.

Hij moet me wat glimlachend hebben zien hoofdschudden want hij vervolgde “Gekkigheid, ik weet het, maar verder kan ik er ook niets aan doen. Maar ik bedoelde die krant zelf. Opwarming of niet, ik ga er straks meer nodig hebben dan ooit”.

Op mijn wat verbaasde “Hoe dat zo?” verklaarde hij omstandig dat je toch niets kon met die vodjes van heden ten dage. “Zelfs die van zaterdag zijn te dun en vooral te klein om er een beetje fatsoenlijk onder te kunnen slapen”.

Aan die krant kon ik ook niets veranderen. Ik wist niets beters te doen dan hem nog een kopje koffie aan te bieden. Het koekje ging weer naar Kareltje. Toen ook dit kopje leeg was bedankte hij mij en Joop en sjokte met gebogen schouders de kroeg uit. Kareltje volgde hem. Kareltje sjokte ook. Wie er op wie was gaan lijken zou ik niet durven zeggen.

Bij de deur draaide hij zich nog even om “En denk erom, gewoon een paar pilsjes per dag extra drinken”. Terwijl zijn lachje buiten wegstierf besloot ik zijn advies maar op te volgen.



(Ook voor dit verhaal geldt dat iedere overeenkomst met bestaande personen of gebeurtenissen aan jullie fantasie moet zijn ontsproten, het verhaal komt immers uit de mijne © Frans54)

Geen opmerkingen: