donderdag, oktober 11, 2007

Wow: Voordeur.

De flat waar ik woon heeft een prachtig ruim en licht trappenhuis. De voorzijde is geheel van glas en zelfs met het grootst denkbare bankstel kunnen verhuizers moeiteloos de draai halen.

Maar het is wel een wat kale bedoening. Jaren geleden ben ik daardoor op het idee gekomen de balkonbakken ’s winters in het trappenhuis te hangen. Andere bewoners volgden al snel mijn voorbeeld en tegenwoordig blijver er zelfs zomers een aantal bakken hangen met een verscheidenheid aan planten, waarbij de geraniums de meerderheid vormen.

Recent is er echter een probleem opgedoken: een nieuwe buurman die duidelijk niets met planten heeft. Hij klaagt steen en been over de blaadjes, over de geraniumlucht die in het trappenhuis hangt en over de kale plekken op de balustrades.

Vanmiddag heb ik de balkonbakken weer naar binnen gehaald. Binnen een uur stond de buurman voor de deur om verhaal te halen. Ik heb hem er op gewezen dat er twaalf gezinnen wonen waarvan elf het al jarenlang juist waardeerden dat de boel wat opgefleurd wordt. Mopperend droop de buurman af.

Even later klonk een daverende klap in het trappenhuis, een paar minuten later gevolgd door een tweede. Ik besloot toch maar eens te gaan kijken wat er gebeurde. In het trappenhuis trof ik de buurman en waren ineens twee grote bakken verschenen met een ficus en een gatenplant. “dan kunnen die er ook nog wel bij” riep de buurman. Even later klonk een derde daverende klap door het trappenhuis.

Buurmans voordeur was weer dicht.


(Dit verhaal werd geschreven in het kader van Write on Wednesday. Iedere overeenkomst met bestaande personen of voorvallen berust louter op toeval. © Frans54)
De opdracht en de spelregels van Write on Wednesday vind je nog steeds bij Marloes.

Geen opmerkingen: