zondag, december 09, 2007

Familiebedrijf -22-

Terug op de rechercheafdeling hing de Bruin zijn jas weer over een stoel en schoof deze voor de verwarming. Daarna richtten ze hun aandacht op de stapel papieren op het bureau. Een rapport over het tijdstip waarop de trein volgens Prorail de afgesloten oversteek bij het landgoed van de van Horken’s moest hebben bereikt en het moment dat de noodoproep van de machinist de dienstleiding bereikte. Het voegde weinig toe aan de al bekende informatie.

Het verslag van de patholoog met de conclusie dat Margreet van Horken om het leven was gekomen ten gevolge van een heftige slag met een zwaar rond voorwerk op het hoofd. Gezien de sporen op de asbak en de vorm van de wond moest de slag hiermee zijn toegebracht. Ook niet echt nieuwe informatie en ook het tijdstip van overlijden leverde geen verrassing op.

Een getuigenverklaring van de snackbar waar Loes inderdaad rond kwart voor één een broodje gezond had gehaald. Een rapport dat aangaf dat de afstand van het bedrijf naar de snackbar 940 meter bedroeg. Rustig lopend inderdaad in een kwartier te doen, met wat stevig doorlopen echter ook in minder dan tien minuten. Het bracht ze niet veel verder, het was al bekend dat Loes tot half een op het kantoor aanwezig was geweest, de paar minuten extra ruimte als ze zich gehaast had voegden weinig toe.

Als laatste lag er een envelop van het korps in de stad die opzichtig gemarkeerd was met de tekst “vertrouwelijk”. Deze bleek de resultaten van het antecedenten onderzoek naar Henriëtte van Horken te bevatten. Die eigenlijk Hettie van Kuil bleek te heten. Ze was al jong bekend bij het korps omdat ze zich graag liet fêteren door oudere, meestal getrouwde, heren. Haar naam was op een gegeven moment opgedoken in een onderzoek naar een zelfmoord. Het slachtoffer had zich met een overdosis medicijnen het leven benomen en een briefje achter gelaten dat duidde op chantage. Het was ondanks diverse betalingen aan Hettie niet mogelijk geweest aan te tonen dat zij de “haar” uit het briefje was geweest. Gevraagd naar de reden van de betalingen van steeds duizend gulden had ze gelachen en gezegd “U denkt toch niet dat ik voor niets een avond met een kérel op stap ga”.

Sanders, die over de schouder van de Bruin mee had gelezen mompelde “zal wel niet alleen de avond geweest zijn”. Toen wees hij op de naam van het slachtoffer: “Gerritszen? Is dat niet ook de achternaam van Loes?”.

De Bruin knikte. “Iets zegt me dat zij het niet was maar ik denk dat we Loes ook eens wat steviger aan de tand moeten voelen. De druk op Henriëtte konden we dit wetende ook wel eens hoger op moeten voeren dan de commissaris lief is, stuur hem maar een memo met een kopie hiervan”.



Deze aflevering van het vervolgverhaal is buiten de WoW's om geschreven. Dat alles op fantasie berust en elke overeenkomst met bestaande personen of gebeurtenissen op toeval berust veranderd daar echter niet door © Frans54

Geen opmerkingen: