woensdag, december 01, 2010

Wiesje lekt. - WE-300 december 2010.

Ze had zich altijd stil gehouden. Wat hielp het er over te praten. Ze had het wel gehoord: hoe dat bij anderen ging. Mensen die wel lieten horen dat ze het er niet mee eens waren. Die kregen een meewarige blik toegeworpen en verder werd er niets mee gedaan. Dus waarom zou ze de moeite nemen?

Ze nam tegenwoordig helemaal nergens meer de moeite voor. Dat was haar veel te vermoeiend. Al maanden had ze helemaal niet meer gesproken. Alleen steeds haar liefste glimlach laten zien en geknikt om te laten zien dat ze het begreep. Dat gaf rust. Niemand zei tegen haar dat ze lastig was. Ze keken glimlachend naar haar, deden hun ding en zeiden af en toe “Goed zo mevrouw”.

Als ze met niemand sprak over wat haar dwars zat kreeg ze er ook geen problemen mee. Er werd voor haar gepraat. Over haar gepraat. Er werd in haar bijzijn zelfs over anderen gepraat. Ze dachten zeker dat ze het allemaal toch niet begreep. Maar ze begreep het donders goed. En wilde veel van de zaken die ze hoorde liever helemaal niet horen.

Maar nu was het genoeg geweest. Die aardige jongeman die geregeld langs kwam stond met die mevrouw te ruziën die “het hoofd” werd genoemd. Stond zich weer te beklagen over zijn oma en dat het toch mensonterend was. En “het hoofd” stond zich weer te verontschuldigen, te vertellen dat zij er ook niets aan kon doen, dat er in het budget voor zijn oma nu eenmaal geen ruimte zat voor meer.

Ze haalde diep adem. Gilde toen zo hard als ze kon: “ik wil dit niet meer”. Er viel een doodse stilte. Eindelijk zaten anderen eens zonder tekst. Toen zei “het hoofd”: “ik zal proberen of ik voor Wiesje wat extra luiers kan regelen”.

Dit verhaal werd geschreven in het kader van de WE-300. De opdracht en spelregels zijn te vinden bij Plato

Geen opmerkingen: