zondag, april 10, 2005

Nee, hier word je beter van -10-

(Over ziek zijn en al wat daar, eventueel vaag, mee samenhangt)


Kan het nou nooit eens normaal.

Ik schijn geen doorsnee patiënt te zijn. Dat bleek al de tweede dag op de afdeling toen men 4 man sterk binnenkwam voor de, in het begin dagelijkse, röntgenfoto. Op mijn vraag waarom zoveel mensen voor een fotootje verklaarde de verpleegkundigen dat de plaat achter mijn rug moest komen. Waarop ik de papegaai boven mijn hoofd pakte en rechtop ging zitten. Dat scheen niet normaal te zijn, daarvoor waren nou net die twee verpleegkundigen erbij. Of het geen pijn deed vroegen ze. Waarop ik vroeg of het dan geen pijn deed als zij me overeind sleurden. Dat konden ze niet garanderen, waarop ik besloot dat ik het dan wel zelf deed, dan wist ik tenminste wat ik wanneer kon verwachten.


Vervolg:

De volgende dag moest het bed verschoond worden. Ook daarvoor kwam twee man/vrouw opdraven die mij enthousiast heen en weer begon te rollen om de lakens onder me vandaan te krijgen. Toen ik vroeg of het niet handiger was als ik even naast het bed ging staan kreeg ik te horen dat ik dat niet kon. Hoezo niet? Even later stond ik dus naast het bed, met twee angstige verpleegsters tegenover me die klaar stonden om me op te vangen, want dit kon nooit goed gaan. Het ging dus wel goed.

Daarna was ik ook, na nog wat gezeur, verlost van de decubitusmatras. Zolang je plat ligt zal het wel goed zijn. Maar als je probeert wat recht op te zitten gaat dat onding de druk herverdelen, met tot gevolg dat je kont steeds dieper wegzakt en het uiteindelijk veel weg heeft van de bekende grap met de dichtklappende strandstoel in tekenfilms.

Dat al die slangen en infusen niet handig zijn als je niet plat wilt blijven liggen bleek de derde dag. Bij het verschonen van het bed stond er weer naast. Op de een of andere manier kwam hierbij een van de drains in de knoei waardoor deze los raakte. Dokter erbij, u weet hoe dat gaat. Wat moet dat met die drain, leg neer die drain (oeps in de war met Toon Hermans). De drain hoefde gelukkig na bestudering van wat er de laatste uren nog uit was gekomen niet meer terug. Alvast van één van die dingen verlost.

De vierde dag bleek het bloedbeeld wat onrustig. Er werd dus besloten tot een bronchoscopie. Met bed en alles wat daar aan hing naar de scopie kamer. Na de scopie hoorde ik bij ademen een vreemd geluid onder mijn hemd en bij in en uit ademen bewoog dit mee op een luchtstroompje. Nog steeds wat suf van de metadon reageerde ik daar nogal nonchalant op en vroeg de dokter “is dit normaal” Dat was het dus bepaald niet. Voor het vervoer had men om ongelukken te voorkomen even de drains afgesloten. En die was men dus vergeten weer terug open te zetten. Hierdoor was blijkbaar druk in de borstkas opgebouwd zodat de chestdrain was gaan lekken en ik nu een schoolvoorbeeld van een pneumothorax (klaplong) had.

Dokter boos, hoop drukte, drain opnieuw ingenaaid, verpleging op hun donder gehad en ik twee dagen wat minder lucht. Toch wel een bewijs dat het mensenwerk blijft. Een academisch ziekenhuis, een gespecialiseerde afdeling met een groep verpleegkundigen die erg trouw is aan de afdeling en helemaal gewend is aan het werken met dit soort patiënten en toch gaat het een keer mis.

Deze keer gelukkig zonder blijvende gevolgen: zoals u uit mijn geschrijf kunt concluderen is het uiteindelijk weer helemaal goed gekomen.



Naar aflevering -11-

Geen opmerkingen: